Corona bewijst het

In coronatijd wordt het weer bewezen: mentale gezondheid is van levensbelang. Geen school, thuiswerken, weinig sociale contacten en niet uit kunnen gaan. Het vergt heel veel inspanning om dit allemaal uit te houden. Mentaal op orde blijven zeker in deze tijd, is topsport. Mentaal is cruciaal.

Voor de gelukkigen die kunnen (blijven) werken, speelt dit ook een grote rol. We hebben een bepaald niveau van mentale gezondheid nodig waarin we, in relatie met anderen, goed functioneren. In werk, in samenwerking, waarin het structureel mis gaat, speelt die mentale component een grote rol.

Als er een langdurige vervelende samenwerking is dan zeggen we “het zit in de houding en gedrag van personen”. Ze willen niet, ze doen het niet en dat ogenschijnlijk met opzet. In dat geval gaan we allemaal door de teamcoach-wasstraat en worden er nieuwe werkafspraken gemaakt. Dat was het dan.

Innerlijke houding is onbekend werkterrein

Het mentale deel, onze innerlijke houding, wordt hierbij onvoldoende meegenomen. Dat wat de brandstof is voor ons gedrag -onze interne state-, laten we buiten beschouwing. Het is nog een onbekend werkterrein: we weten er te weinig van, het is te ver van ons bed en het is moeilijk hanteerbaar (te soft). Al tijden pleit ik binnen publiek-private werksituaties voor aandacht voor dit mentale element dat moeizame samenwerking mede veroorzaakt en ook nog eens in stand houdt.

‘The place to be’

Alles wat om ons heen gebeurt, vindt plaats binnen IN ons. Dus als ik boodschappen doe, ga lunchen, samen tennis speel of ruzie maak, het heeft op zichzelf geen betekenis. De betekenis komt pas als ik al deze activiteiten verwerk -en nu komt het- IN mijzelf.

De betekenis (door de verwerking) die ik er aan verleen, komt uit mijn ervaringen, opvoeding, persoonlijkheid en context. Het pakket van ‘ervaringen, opvoeding, persoonlijkheid en context’ zou je conditionering kunnen noemen. De output van de conditionering is: het resultaat.

De wijze waarop iemand de gebeurtenissen -de conditionering- verwerkt, herkennen we vaak: ‘Ach, dat is typisch een reactie van Sander!’, ‘je weet toch hoe Monique is’ en ‘Mehmet is altijd zo accuraat’. Uitspraken die verwijzen naar conditionering zijn herkenbare gedragspatronen geworden van mensen. Als we het gedrag, taal en meningen willen veranderen moeten wij zijn bij de ‘interne verwerking’. Dat is ‘the place to be’ dat aanzet tot echte verandering in leven en (samen)werken.

Kennis vergroten

Kennis is mijns inziens de eerste stap. Kennis over de sociale-psychologie, die stelt dat gebeurtenissen zijn niet zozeer feiten maar interpretaties van jou op iets wat zich voordoet. Verander je interpretaties: wordt jouw mening anders, wijzigt jouw taal en laat je een ander gedrag zien. Het constant herhalen van deze eenvoudige werking is moeilijk genoeg. Er is dus een rechtstreeks verband tussen het innerlijke proces (innerlijke verwerking/conditionering) en hoe je omgaat met gebeurtenissen om je heen. Hoewel dit een no-brainer lijkt, slaan sommige mensen hun eigen aandeel en mogelijkheden in wat zij zien als ‘dit is mij aangedaan, ik heb geen keuze’, (bewust of onbewust) over. Dat is jammer.

Er is nog een ander aspect aan het mentaal, naast de interne verwerking. Kennis over de werking van ons brein (de neuropsychologie). Deze kennis reflecteert op de functies van het brein in relatie tot gedrag. Erik Scherder, onze enthousiaste professor neuropsychologie, geeft hierover fantastische colleges op YouTube (bekijk als voorbeeld https://www.youtube.com/watch?v=ybZN1x3Qylk&t=193s). Hij laat zien dat (gebaseerd op diverse onderzoeken) we angstig worden als we letterlijk niet in beweging komen. Zo zijn onze hersenen aangelegd in ons meest primitieve brein, onze oerimpuls: alert op de aanval van het roofdier. De hersenen scannen onophoudelijk de omgeving af op potentiële gevaren. Zonder ervan bewust te zijn, kunnen we zakken in een spiraal van stress en angst. Kennis hierover maakt dat wij onszelf mentaal kunnen helpen. We kunnen die angst tegengaan door allerlei activiteiten waaronder fysiek bewegen en het zoeken maar mentale uitdagingen.

Mentaal op de werkvloer

De mechanismen, onze neurologische aanleg, werkt natuurlijk ook op de werkvloer. Elke Gerearts (neuropsychologe) legt in haar boek ‘Het nieuwe mentaal’ uit dat we 47% van de (wakkere) tijd onze hersenen afdwalen. Onbewust denken we -alhoewel we aan het werk zijn- aan allerlei risico’s die kunnen optreden. Dit heet ‘mindwondering’ en deze onbewuste activiteit is sterk negatief geladen.

Daarbij worden onze hersenen dagelijks gebombardeerd door informatie. We leven in een tijd van ‘Infobesitas’. Overprikkeld en ‘geleefd’ worden de hersenen waardoor we te weinig aandacht geven aan wat er nu voor ons ligt: je hebt een vergadering en je beantwoordt mailtjes, je luncht gezamenlijk en iedereen zit op zijn/haar mobiel, je bespreekt iets belangrijks en je richt je oog steeds op de binnenstromende appjes. Ons brein wil van nature energie sparen, je zou het lui kunnen noemen. Het wil liever niet veranderen. Zie daar het cocktail van inertie, onverschilligheid en negativiteit als je geen aandacht aan de hersenen schenkt.

Hoe werkt dit uit in moeizame samenwerking? Als je niet bekend bent welke rol je hersenen spelen op jouw gemoed, op jouw kijk op de situatie en op personen? Negatieve gedachten leveren geen positieve input op werksituaties, dat is zeker. Gerearts stelt: denk na over jouw gedachten, wees je ervan bewust. Want wat je denkt, zo ga je je ook gedragen. Train je hersenen, net als je lichaam, als een spier die sterker kan worden.

Als samenwerking al een tijd lang stroperig verloopt, dan staan ‘partijen’ verder van elkaar af. Als men verder van elkaar verwijderd is, misschien wel stellingen betrokken zijn, is ook letterlijk de beweging ver te zoeken. Dan komen de verwijten: “heb je gehoord wat ze zeiden, zag je hoe zij keek, dit kan toch niet wat ze doen”. Het verhaal over de ander is geboren. Ja, de hersenen zijn lui, die willen dat verhaal wel geloven. Want alles wat je voor waar houdt, daar ga je naar handelen.

De les

Mensen zijn neurologisch gezien aangelegd op het vermijden van risico’s. We kijken onbewust negatief. Afleidingen -van informatie door nieuws en sociale media- is er te over. Dit helpt het brein ook niet, het wordt als het ware geleefd door al die impulsen en prikkels. Op ons werk en in samenwerking spelen deze mechanismen uiteraard ook. Hoewel we in ronduit vervelende situaties de oorzaak hiervoor te vaak bij de ander leggen, is het met name de wijze waarop wij over de situatie/de ander/de samenwerking denken die de samenwerking zo gevangen houdt.

Denk na over wat je denkt. Want wat je denkt, bepaalt je gevoel. Wat je voelt en denkt, bepaalt je gedrag en taal en actie is reactie. Als je weet wat je denkt, denk dan bewust -op dat moment- iets anders. ‘Overschrijf’ je denken -met opzet- door een positief tegenovergestelde gedachte. Onze hersenen zijn neuroplastisch en zijn kneedbaar die andere gedachtes toe te laten en leidend te laten zijn.

Het is geen ‘koekie-eitje’ om gedachtes te herkennen en te hertalen naar helpende en positieve denkwijzen. Het vergt kennis, alertheid en aandacht om angst, inertie en negativiteit om te buigen. Maar het kan. Veel filosofen, wetenschappers, spiritueel leiders en gewone stervelingen gingen ons hierin voor. ‘How can I begin anything new, with all of yesterday in me’, schreef Lenard Cohen (zanger), ‘Alles wat een mens niet of wel bereikt, is het directe resultaat van zijn gedachten’ en ‘Where the mind goes, man follows’ (James Allen, Engels schrijver).  

Kennis over mentale capaciteiten en hoe dit te onderhouden, is in deze corona tijd nog relevanter geworden. We lijden eronder, zonder dat wij ons brein leiden. Deze tijd maakt de drempel lager om de kennis en kunde toe te passen ook op de werkvloer en in de samenwerking. We hebben deze kennis te verspreiden. We hebben bewust te zijn van onze gedachtes, door ‘gedachtenbeheer’ te oefenen. Mentaal op orde is cruciaal, thuis en op het werk. Deze tijd leert dat ons weer.